Voorzitter,
We debatteren vandaag over een kwestie wat eigenlijk geen kwestie van debat zou mogen zijn. Hooguit een reden voor een feestelijk moment – of een krantenkop op pagina 5 van het Bunniks Nieuws – omdat we dit al minimaal 18 jaar op rij gerealiseerd hebben. Ik doel hiermee op een sluitende begroting en het feit dat de gemeente Bunnik weer een jaar het vertrouwen krijgt van Gedeputeerde Staten van Utrecht om zelfstandig haar begrote uitgaven te realiseren met toezicht achteraf ipv vooraf. Een citaat uit de brief: “Wij constateren dat uw gemeente reëel en behoudend raamt waardoor er sprake is van een gezonde financiële huishouding” (einde citaat). Een blijk van vertrouwen, maar ook het bewijs dat het College op een verantwoorde manier met de begroting omgaat en dus met Uw belastingcenten – zeg ik tegen de mensen in de zaal en die thuis meeluisteren.
En daarom Voorzitter, was P21 op 22 november verbaasd dat in een vragenronde, waar geen ruimte is voor debat, te worden geconfronteerd met het in twijfel trekken van deze mooie prestatie.
Daar waar concluderend wordt gesteld dat wij als raadsleden door een mederaadslid zonder enige vorm van dialoog en volstrekt ten onrechte worden neergezet als raadsleden die op illegale wijze om zouden gaan met onze gemeente financiën, doordat door het CDA, zie ook de notulen, letterlijk het oordeel wordt gegeven dat de door de raad vastgestelde begroting niet volgens de regels tot stand gekomen zou zijn, doet niet alleen iets af aan de puike prestatie van het College, maar ook aan mensen die zich met hart en ziel en naar beste eer en geweten inzetten voor de gemeente Bunnik.
En met die mensen bedoel ik de medewerkers van de organisatie en de leden van het college.
Dit doet bovenal ook iets met het imago van de gemeente.
Dit land is niet voor niets zo georganiseerd dat een lagere overheid onder toezicht staat van een hogere overheid. De checks and balances dienen in evenwicht te zijn. Zo niet dan zal de toezichthoudende overheid, in dit geval Gedeputeerde Staten van Utrecht geen goedkeuring verlenen aan onze gemeente om geld uit te geven.
De collega’s die al wat jaren meelopen in deze raad weten dat Gedeputeerde Staten aan het eind van ieder jaar een oordeel vellen over de begroting. Zelf ben ik ik sinds 2010 raadslid en ik weet niet beter dan dat Bunnik te horen krijgt dat we het goed doen. En dus weer onder repressief toezicht staan van de provincie. De beste kwalificatie (ja u hoort het goed: de beste kwalificatie) die je als gemeente kunt krijgen. Ik heb begrepen dat Bunnik deze kwalificatie al decennia krijgt.
Kennelijk doen we dus gedurende lange tijd niets onwettigs of illegaals. Dat zou ook raar zijn, want we hebben binnen deze gemeente alle gelegenheid, zowel formeel als informeel, om helderheid te krijgen in onze begrotingscyclus. We hebben de auditcommissie, de controle van onze accountant, de technische vragenavond, het open huis en de raadsvergaderingen. Ook staan de medewerkers van onze organisatie altijd klaar om raadsleden van informatie te voorzien of tekst en uitleg te geven daar waar dit gewenst is.
Voorzitter,
Als ik dan de vragen lees die door het CDA op 22 november 2018 gesteld worden dan zijn dit vragen die wij niet zouden verwachten van een partij als het CDA.
Wat P21 ook tegen de borst stuit is dat het CDA buiten deze Raad om is gaan rechercheren en een ambtenaar van de Provincie Utrecht actief benaderd heeft om een mooi sluitende begroting in diskrediet te brengen.
Wat schieten we ermee op als er na een bezoek van een raadslid aan de Provincieambtenaar een afkeurende brief naar Bunnik gestuurd zal worden. Een raadslid heeft toch niet alle informatie? Mevrouw Visser gaf aan zich van geen kwaad bewust te zijn wanneer zij informatie ging halen bij de Provincie. Door bij de provincie alleen maar te suggereren dat er in Bunnik dingen gebeuren die niet deugen, heeft dat invloed op de reputatie van onze gemeente. Daar heeft iedereen in deze gemeente direct last van.
Voorzitter,
Het had mevrouw Visser gesierd als zij het definitieve oordeel van de gedeputeerde staten had afgewacht.
Wat zit hier achter vraagt mijn fractie zich dan af?
Wij horen de landelijke kopstukken van het CDA altijd roepen dat het CDA een betrouwbare bestuurderspartij is. Een partij die zijn verantwoordelijkheid neemt en altijd constructief meedenkt in oplossingen. Een houding die wij op dit moment missen bij de lokale Bunnikse fractie.
Acties als hierboven genoemd zijn hier een voorbeeld van.
Voorzitter,
Als dit de manier van oppositie voeren wordt, dan betreurt P21 dit ten zeerste. Iedere keer steken wij, en dat zien we ook bij De Liberalen, de hand toe richting CDA om mee te doen en mee te denken over de koers van Bunnik. We hebben immers een gezamenlijk belang: namelijk het belang om de gemeente weer een beetje mooier te maken, een beetje groener, en nog aantrekkelijker om in te wonen en te recreëren. Daarom betreuren wij dat we in dit soort procedurele discussies terecht komen. Discussies die eigenlijk geen onderwerp van het debat zouden mogen zijn.
Daarom voorzitter, zou ik willen zeggen tegen het CDA voer oppositie op de inhoud, denk op een constructieve manier mee, controleer dit College, maar laten we met z’n allen de procedures en checks and balances koesteren die dit land groot hebben gemaakt.
Dank u wel!