De Raad moest op 16 november jl. beslissen over de kaders (uitgangspunten) voor twee woningbouwprojecten van zes appartementen elk, een in Werkhoven en een in Bunnik. Hieronder leggen wij in het kort uit hoe wij als fractie tot onze besluiten over deze twee projecten zijn gekomen.
Woonvisie en ‘sociale koop’
Onze gemeente heeft een Woonvisie. Die bepaalt dat in woningbouwprojecten 30% voor sociale huur bestemd moet zijn, 30% voor middenhuur, 10% voor middenkoop, en 30% vrije-sectorkoop. In bepaalde omstandigheden kan van deze verdeling afgeweken worden. Nu verkeert de bouw in crisis – dure bouwmaterialen, hoge rente – dus komen de sociale-huur- en middenhuurwoningen er financieel niet uit. Dat moeten koopwoningen worden, maar wel in de categorie ‘sociale koop’ zoals de gemeente en ontwikkelaars het noemen.
‘Sociale koop’, dat betekent woningen van € 380.000 tot € 435.000. Daar moet je € 80.000 tot € 90.000 per jaar voor verdienen. Hoezo sociaal? Er zal ongetwijfeld behoefte zijn aan woningen in die prijsklasse, maar er is nog een veel grotere behoefte aan woningen van € 280.000 tot € 380.000, en daaronder, dus voor inkomens van € 65.000 tot € 80.000, en daaronder.
Wat te doen? Vasthouden aan de Woonvisie betekent dat er niet gebouwd wordt en er is woningnood. Bouwen betekent enige leniging van de woningnood maar niet voor de groepen die woningen het hardst nodig hebben, starters, modale inkomens.
Woningbouwproject Werkhoven
In het project in Werkhoven heeft P21 samen met D66 gekozen voor een pragmatische oplossing. Omdat de woningen voor Werkhovense jongeren bestemd zijn – onze Doelgroepenverordening maakt die toewijzing mogelijk – hebben we met een amendement een bovenste verkoopprijs vastgepind van € 355.000. Met een motie hebben we het college opdracht gegeven bij de ontwikkelaars gedaan te krijgen dat in ieder geval een deel, zo niet alle woningen voor minder dan € 280.000 te koop worden aangeboden. Die € 355.000 kunnen we opleggen, die € 280.000 kunnen we nog niet opleggen. De hele Raad steunde het amendement en het Raadsvoorstel, de Raad op de VVD na steunde ook de motie.
Woningbouwproject Bunnik
De initiatiefnemer van het project in Bunnik had op de informatieavond laten weten dat de markt hem nu dwong af te stappen van zijn oorspronkelijke plan om twee sociale-huurwoningen, twee middenhuurwoningen en twee koopwoningen in de vrije sector te bouwen. Aan dit plan had de Raad in april zijn toestemming gegeven. In het veranderde plan ging het om twee koopwoningen tot € 380.000, twee tot € 435.000 en twee vrije-sectorwoningen. Nu had de initiatiefnemer ook verteld dat hij best wilde wachten op betere tijden om toch voor de sociale huur en middenhuur te bouwen, dat had hij zo wie zo het liefste. Dat sterkte ons in onze opvatting dat wij tegen het herziene voorstel konden stemmen. Waar hebben we anders die Woonvisie voor? ‘De markt’ gaat toch niet bepalen voor wie we bouwen, want over welke markt hebben we het? De markt nu is niet die van over twee of drie of vier jaar. Die gaat op en neer, en zal weer herstellen, zoals hij ook ingestort is. Met een krappe meerderheid stemde de Raad tegen het aangepaste voorstel. Opmerkelijk was de draai van de VVD. Die had in april tegen het oorspronkelijke plan, dus met sociale huur en middenhuur, gestemd vanwege het uiterlijk van het gebouw en mogelijke parkeerproblemen. Nu stemde ze voor, terwijl in het aangepaste plan werkelijk niets gewijzigd is aan het uiterlijk van het gebouw en aan de mogelijke parkeerproblemen, maar wel dat dure koopwoningen de sociale huur en middenhuur vervangen. Het geeft te denken.
Fractie van P21