Raadspraat: Lof der saaiheid 2 (Koen van Gulik)

In mijn vorige Raadspraat schreef ik dat de Bunnikse politiek saai was. Bij ons vooralsnog geen geruzie als in Wijk bij Duurstede, De Bilt, Bunschoten, Renkum, om in onze regio te blijven. Over die laatste gemeente stond op 15 juni een zorgelijk artikel in de Volkskrant. De verhoudingen zijn er zo verzuurd dat een wethouder er de brui aan geeft. Ze is het vijanddenken zat, heeft genoeg van de verharding, de uitgevente persoonlijke tegenstellingen. Die staan het functioneren van de Raad en daarmee van de lokale democratie in de weg. Terwijl die laatste in de voorbije decennia steeds meer verantwoordelijkheden door het Rijk heeft toegeschoven gekregen. 

Van jeugdzorg tot de huisvesting van statushouders, van klimaatmaatregelen tot armoedebeleid, van omgevingsvisies tot fijnstofoverlast, de gemeentes moeten maar zien hoe ze dat overheidsbeleid uitvoeren, want het Rijk vertikt het daarvoor benodigde geld te verstrekken. En ook nog eens met de ambtenaren die er zijn, wier werkdruk onverantwoord is toegenomen, maar dit terzijde. Gemeentes zijn verplicht hun begrotingen sluitend te maken. Hebben ze een tekort, dan moeten ze dat aanvullen met geld uit hun spaarpot, de algemene reserve. Lukt dat niet, dan komen ze onder toezicht van hogere overheden. En die grijpen hardhandig in, leggen bezuinigingen op totdat de gemeentefinanciën weer op orde zijn. Dat willen gemeentes te allen tijde vermijden. 

Maar nu komen de Ravijnjaren eraan. Zoals het er nu naar uitziet, gaat de landelijke overheid in 2026 nog eens drie miljard euro korten op het geld dat naar de gemeentes gaat, met alle gevolgen van dien. Om te voorkomen dat de financiën in het rood schieten, zijn gemeentes nu al in kaart aan het brengen waarop bezuinigd kan worden. Ook Bunnik. En hier gaat de Bunnikse saaiheid uitbetalen wanneer het uur U slaat. De Raadsleden zullen alle maatregelen inhoudelijk wegen en constructief benaderen. Er zullen stevige meningsverschillen zijn, maar rancune, gekwetste ego’s, persoonlijke vetes zullen de zorgvuldige besluitvorming niet bemoeilijken. 

Hoe ik dat zo zeker weet? Door de manier waarop de Raad donderdag 27 juni terugkeek op de jaarcijfers van 2023, de financiële situatie van dit jaar onder de loep nam en bijstelde, en vooruitkeek naar 2025 en 2026. Er werd af en toe fel gedebatteerd, maar het ging altijd over de inhoud. Er werd samengewerkt, in alle politieke kleurencombinaties. En er was veel waardering voor College en ambtelijke organisatie die een sluitende begroting hadden weten op te stellen. 

Ik ben een pessimist‚ maar in onze ambtelijke organisatie en ons College heb ik alle vertrouwen. En in de weldadige saaiheid van de Raad. Vooralsnog.

Koen van Gulik, raadslid P21

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.